Half uurtje vogels gluren
17 januari 2015
Op zaterdagochtend 17 januari was het weer zover. Voordat je met je ogen knippert is het zo maar weer ineens tijd voor de landelijke vogeltelling. Vorig jaar zijn Klariska en Eveline als vrijwilligers met taakaccent vogels, de traditie gestart om hier voor de akker aan mee te gaan doen. De intentie was om dit elk jaargetijde vol te houden. Nu blijkt de winter en lente haalbaar, dus die traditie is geboren.
Warme dag
Het is warmer dan vorig jaar, maar ook aanzienlijk meer wind. Dat zou nog wel eens invloed kunnen hebben op onze telling. Vreemd genoeg bekruipt ons het gevoel van een wedstrijd. We willen meer scoren dan vorig jaar en natuurlijk graag ook vreemde fluiters. Alsof we niet inmiddels al lang weten dat met moeder natuur niet valt te sollen. Het gaat natuurlijk om het verzamelen van data om zo over tientallen jaren een trend te kunnen waarnemen. Ja zeker, tientallen jaren, we hebben grote ambities.
Dikke duif kijkt toe
Voor ons op de trap van het kapelletje staan de splinternieuwe onderkomens uitgestald. Die hangen we na het tellen op in de hoop dat we met eerst tellen en dan rommelen met ladders er meer vogels zijn te tellen. De telling starten we op 11:15 uur. De houtduif zit boven in een boom lekker met zijn veren “wijdom, lekker dik te wezen”. We struinen wat tussen de bomen om zo meer kleinere vogels te zien. Hoe verrassend is het eigenlijk om al de mezen te horen zingen. Het zal wel door het zonnetje komen, ook wij worden daar vrolijk van. Het is toch stiller dan vorig jaar en dat betekent dat de tijd ook langzamer lijkt te gaan. Gelukkig komen de vertrouwde kauwen weer met een groepje langs.
Het is toch wel een… tjiftjaf? (of toch een fitis..)
Na 20 minuten komt een gezinnetje al pratend de akker op. Tja..doortellen of opnieuw beginnen? Ze lopen een rondje en zijn onder indruk van onze professionele vogelaar-uitstraling. Ze moesten eens weten….vlak daarna staan wij vogeldames naast elkaar te turen door de verrekijker naar een klein vogeltje in een struik. Guitig ding, maar wat ben je eigenlijk, winterkoning? Nee, deze heeft van achteren een klap gehad en dus een platte kont. Deze niet… beetje groen en grijs. De vogelboeken worden uit de tas gehaald en zelfs de speciale app van de vogelbescherming kan nu helpen. Heeft u wel eens een klein groen, grijs vogeltje gezocht? Ik kan u vertellen, dat zijn er best veel. Na een deskundig determineer-proces en hopende dat we geen blunder maken, dopen we dit beestje tot tjiftjaf. En, zo gek zijn we niet, want wat blijkt: uit de landelijke vogeltelling is een record aantal van deze vogel gezien (dus, het moet hem wel zijn). –zucht—hard werken hoor, dat vogels gluren.
De score van vandaag..
Onze opbrengst van de telling is: 1x Gaai, 1x Houtduif, 9x Kauw, 2x Koolmees, 1x Merel, 2x Pimpelmees,1x Vink, 1x Winterkoning en dus 1x Tjiftjaf. In totaal 19 vogels dit jaar ten opzichte van de 27 vorig jaar, inderdaad wat minder qua aantal. Aan het einde van de dag zijn de eerste resultaten van de landelijke telling bekend. We zien dat we met onze resultaten in het Noord-Hollandse beeld passen. Voor deze tellers van de akker toch een gerust-tellende-gedachte.
Tweede ronde vogels tellen op de akker
25 mei 2014
De officiële tuinvogeltelling 2014 is al weer vier maanden geleden. De opbrengst was in totaal 27 vogels in een half uurtje koukleumen. Niet slecht en geheel representatief voor het duingebied. Het idee is toen geboren om dit elk kwartaal te gaan herhalen. We zijn namelijk nieuwsgierig naar de zomergasten die zo vanzelfsprekend zijn voor de omgeving, dat we bijna vergeten dat ze in de herfst gewoon weer vertrekken naar warmere oorden.
Nestkastcontrole op 2 maart 2014
Begin maart, we smachten naar de zon, zelfs met deze zachte winter. Dus hoe fijn zijn deze zonnige dagen met lekkere temperaturen. De bollen schieten uit de grond en op de akker zijn de vele sneeuwklokjes een echte voorbode van een mooi voorjaar. Ook de vogels zijn al aardig aanwezig en de mezen tjirpen vrolijk in het rond. Tijd voor het duo Klariska en Eveline om de bestaande nestkasten eens goed te controleren. Misschien zijn we al te laat als je de mezen zo driftig van tak naar tak ziet hupsen. Een ladder van huis wordt door ons tweeën meegesjouwd naar de akker. Het deuntje van de dikke en de dunne komt spontaan bij ons op. In één streep lopen we naar de achterkant waar op een zeer kunstige wijze een mezenkast is opgehangen. De eerste misrekening is de lengte van de ladder. Hoe en wie heeft dat huisje zo hoog heeft gehangen is voor ons een raadsel. Maar met klimkwaliteiten waar we best trots op zijn, kijkt Klariska naar een huisje dat van dichtbij zijn langste tijd heeft gehad. Niet aanraken is een beter advies dan schoonmaken. Het tweede mezenkastje heeft een wel heel grote opening gekregen en is volgens ons waarschijnlijk door een specht gekraakt. Ook deze is in dezelfde conditie als de eerste. We besluiten dat deze kastjes in de schoonmaakactie van het najaar ideaal zijn om vervangen te worden. Als we dat nu doen, halen we wellicht een bestaande woning van specht en koolmees weg. Na een inspectierondje hebben we twee bomen uitgezocht die ideaal zijn voor nog een nestkastje. In overleg hopen we deze binnenkort op te kunnen hangen.
Een nestkast dat door velen over het hoofd wordt gezien is de kast van de grauwe vliegenvanger. Deze kast wordt jaarlijks bewoond en wij zijn erg benieuwd wanneer we deze zomergast weer mogen verwelkomen. Volgens de statistieken is dat april. Deze kast hebben we in de week van de nestkast (17 t/m 23 februari) aangemeld. Dat betekent dat de kast een nummer heeft gekregen en dat we de beslommeringen van de bewoners kunnen registreren. Een goede zaak voor deze vogel die op de rode lijst staat. Tevreden keren we wederom met de ladder en het deuntje in het hoofd huiswaarts.
Klariska en Eveline
Natuurfoto’s van Martin Rozema
Martin bezoekt regelmatig de akker en maakt prachtige foto’s. In het vroege voorjaar heeft hij de akker bezocht en onder meer bloeiende Stinze planten gefotografeerd.
Eerste Tuinvogeltelling januari 2014 : Vogels tellen op de akker
In het weekend van 18 en 19 januari was het weer zo ver: de traditionele tuinvogeltelling 2014. Jaarlijks kijken we er al naar uit. Dagen van tevoren lokken we al met de vertrouwde vetbollen en pindaslingers onze gevederde vrienden naar de tuin. Geheel genesteld op de bank in een warm huis en een dampend kopje thee kan het tellen beginnen. Maar dit jaar niets van dit alles. Als kersverse vrijwilligers van de Adelbertusakker zijn Klariska en Eveline richting de akker getogen. Immers is ons de taak van “monitoren vogels” toebedeeld en wat kan dan geen beter begin zijn dan meedoen aan de tuinvogeltelling van 2014. Zondag, rond het middaguur wandelden we met onze uitrusting naar de akker. De uitrusting bestaat uiteraard uit pen, papier, verrekijker en vogelboek. Daarbij dit jaar aangevuld met de super nieuwe app voor de vogeltelling. De wind was koud en met extra lagen kleding die oh zo niet nodig zijn als je op die bank thuis zit te tellen, stappen we door. Op de schulpweg zagen we al diverse kleine vogels en hoopten dan ook vurig dat ze een stukje door zouden vliegen. Op de akker zien we al gelijk een aantal eksters in de boom en we besloten maar direct het half uur in te laten gaan. Je zult zien dat ze allemaal door onze komst wegvliegen en ze niet meer terugkomen in dat half uur. Toch bijzonder dat er een soort competitief gevoel over ons komt. We namen plaats op de trappen en noteren de eksters, de tortelduifjes die twee aan twee zitten en twee kraaien. Die laatste krassen en doen ons beseffen dat het echt winter is. Toegegeven, de temperatuur is nog herfst-achtig, maar zo zittend en kijkend over de akker is het toch al dromen over de mooie zomer.
Uiteindelijk bleek dat de vooral kleinere vogels zoals het roodborstje, de vinken en de mezen zich in het struikgewas aan de achterkant van de akker bevinden. Je mag uiteraard een vogel niet dubbel tellen, dus als een dief in de nacht gluren we om het hoekje om zoveel mogelijk pimpelmezen in één keer te tellen. Nee hoor, we doen geen verstoppertje. Het half uur is om en dat is precies goed. We beginnen de koude in het lijf te voelen. Onze opbrengst vergelijken we met elkaar en zowaar moet het vogelboek er nog bij komen om het vrouwtjes groenling te determineren.